De nevelpanter (Neofelis nebulosa) is een katachtige die zich schuil houdt in de bossen van Zuidoost-Azië. Het is de enige soort van het geslacht Neofelis. Soms wordt hij in het geslacht Panthera geplaatst.
Uit recent onderzoek [1] is gebleken dat de volgende twee soorten onderscheiden moeten worden:
Neofelis nebulosa, die leeft op het vasteland van Azië en
Neofelis diardi, die in Indonesië voorkomt.
Hij heeft grote donkere vlekken op zijn vacht. Dit dier kan tot één meter groot worden en zijn dikke staart ook. Ze wegen ongeveer rond de dertig kilogram en kunnen zeer goed in bomen klimmen. Ze hebben de grootste hoektanden van alle katachtigen en zijn op één na de lenigste. De poten zijn naar verhouding kort en dik. Een nevelpanter krijgt per worp één tot vijf jongen.
De nevelpanters hebben dan wel de langste hoektanden, maar hun gebrul is het zachtste van alle grote katten.
De nevelpanter vangt als volgt een prooi:
eerst klimt hij in een boom en blijft daar soms uren liggen totdat hij -naar zijn mening- een geschikte prooi op het oog heeft.
dan wacht hij tot het dier onder zijn boom staat, en wanneer dat zo is springt hij naar zijn nek
indien het een klein dier is bijt hij met zijn sterke kaakspieren en lange hoektanden breekt hij in één keer de nek van zijn prooi.
bij een grotere prooi begint hij hem gewoon dood te bijten. maar hij bijt hem ook steeds eerst in de nek.